Jordan
Met een spijtige blik smeer ik zijn wonden zachtjes in en zie hem soms in elkaar krimpen. Een diepe zucht verlaat mijn mond. Vervolgens gebruik ik wat van de stof om de wonden af te dekken en eenmaal klaar, kijk ik hem aan. "het gaat prima, het is niets" lieg ik. "Hagen ik wil niet meer dat je me ooit nog opdraagt iets te doen" begin ik dan. "maar ik ben je dankbaar voor wat je hebt gedaan. Ik heb gefaald" zeg ik met tranen in mijn ogen.